Zoeken
Rechters 16,16 - Toen zij hem bleef lastig vallen en dag in dag uit maar aanhield, kon hij het niet meer harden
1 Koningen 8,8 - Deze draagstokken waren zo lang, dat hun uiteinden wel zichtbaar waren vanuit het heilige vlak voor de achterzaal, maar meer naar buiten niet meer. Ze zijn daar gebleven tot op de huidige dag.
2 Kronieken 5,9 - Deze draagstokken waren zo lang, dat hun uiteinden wel zichtbaar waren vanuit het heilige, vlak voor de achterzaal, maar meer naar buiten niet meer. Ze zijn daar gebleven tot op de huidige dag.
1 Samuel 30,25 - Zo is het sindsdien gebleven; David maakte het toen tot wet en recht in Israël en het geldt tot op de huidige dag.
2 Samuel 11,12 - Toen zei David tot Uria: `Blijf ook vandaag nog hier' morgen laat ik u vertrekken.' Zo bleef uria in Jeruzalem, die dag en de dag erna.
1 Samuel 15,35 - Daarna zag Samuël Saul niet meer terug, tot de dag van zijn dood toe. Samuël bleef om Saul treuren, omdat het Jahwe berouwd had dat Hij Saul tot koning over Israël had aangesteld.
Evangelie volgens Johannes 6,22 - Het volk dat aan de ene kant van het meer was gebleven, had gezien dat daar maar één bootje gelegen had en Jezus niet met zijn leerlingen was scheep gegaan, maar zijn leerlingen alleen waren vertrokken. De volgende dag
Genesis 39,10 - En ofschoon zij dag in dag uit bij Jozef bleef aandringen, wilde hij niet ingaan op haar wens om bij haar te slapen en omgang met haar te hebben.
Genesis 8,12 - Hij wachtte nog eens zeven dag en, en liet toen opnieuw een duif los; maar deze duif keerde niet meer bij hem terug.
2 Koningen 25,3 - Op de negende dag van de maand, toen de hongersnood al zo nijpend was geworden dat er voor het volk van het land geen brood meer was,
Jeremia 52,6 - Op de negende dag van de vierde maand, toen de hongersnood in de stad al zo nijpend was geworden dat er voor de bevolking geen brood meer was,
1 Koningen 12,19 - Zo braken de Israëlieten met het huis van David; dit is zo gebleven tot de huidige dag.
2 Koningen 2,22 - Op het woord van Elisa werd het water gezond, en dat is het gebleven tot de huidige dag.
2 Kronieken 10,19 - Zo braken de Israëlieten met het huis van David; dit is zo gebleven tot de huidige dag.
1 Samuel 20,27 - Maar toen de volgende dag, daags na de nieuwe maan, de plaats van David weer leeg bleef, vroeg Saul aan zijn zoon Jonatan: `Waarom is de zoon van Isaï gisteren en vandaag niet aan tafel gekomen?'
2 Korintiërs 11,9 - En toen ik bij u was en gebrek kreeg, ben ik niemand lastig gevallen. De broeders die uit Macedonië kwamen hebben in al mijn behoeften voorzien. In elk opzicht heb ik mij ervoor gewacht u tot last te zijn. En dat zal ook zo blijven.
2 Samuel 13,37 - Absalom had de vlucht genomen en was naar Talmai gegaan, de zoon van Ammichur, de koning van Gesur. David bleef rouwen over zijn zoon, dag in dag uit.
Ezra 10,9 - Daarop kwamen alle mannen van Juda en Benjamin binnen drie dagen bijeen in Jeruzalem. Het was de twintigste dag van de negende maand, en heel de menigte zat op het open plein voor de tempel, bevend bij de gedachte aan wat er te gebeuren stond en niet minder vanwege de harde regen.
Jesaja 10,27 - Op die dag glijdt de last van Assur van uw schouders en wordt uw nek van dat juk bevrijd. Zij komen aanrukken uit de richting van Rimmon,
Jeremia 17,24 - Maar als gij wel naar Mij luistert - godsspraak van Jahwe - en op de sabbat geen lasten door de poorten de stad binnen brengt, als gij de sabbat heiligt door op die dag niet te werken,
2 Tessalonicenzen 3,8 - en niemands brood om niets gegeten. dag en nacht hebben wij gearbeid, met veel inspanning en moeite, om niemand van u tot last te zijn.
Rechters 14,17 - Maar zij bleef tot de zeven dagen van het feest onder tranen bij hem aandringen. En omdat ze zo bleef aanhouden vertelde hij haar op de zevende dag de oplossing. Zij bracht die aan haar landgenoten over,
Job 27,20 - Verschrikkingen vallen op hem bij klaarlichte dag en 's nachts rukt de stormwind hem weg.
Nahum 1,7 - Goed is Jahwe: Hij is meer dan een bolwerk op de dag van de benauwenis;
Zacharias 14,6 - Op die dag zal er geen licht meer zijn, maar koude en vorst;
2 Koningen 8,22 - Zo heeft Edom zich onafhankelijk gemaakt van Juda en dat is het gebleven tot de huidige dag. In diezelfde tijd kwam Libna in opstand.
Psalmen 32,4 - dag en nacht bleef uw hand op mij wegen: ik verschrompelde tot in het merg, of mij midzomerhitte verschroeid had.
2 Samuel 23,10 - Elazar viel toen aan en sloeg op de Filistijnen in totdat zijn hand zo stijf was geworden dat hij zijn zwaard niet meer los kon laten. Die dag schonk Jahwe een grote overwinning. Het leger keerde terug en ging achter Elazar aan, alleen nog om te plunderen.
2 Samuel 20,3 - In zijn paleis te Jeruzalem teruggekeerd, liet David de tien bijvrouwen, die hij had achtergelaten om toezicht te houden op het paleis, in een goed bewaakt huis onderbrengen. Hij zorgde wel voor die vrouwen, maar had met haar geen omgang meer; tot de dag van haar dood bleven zij opgesloten, onbestorven weduwen.
Jeremia 33,20 - Dit zegt Jahwe: Als iemand ooit mijn verbond met de dag en de nacht zou verbreken, zodat het niet meer op tijd dag en nacht wordt,
Deuteronomium 18,16 - Gij hebt dat immers bij de Horeb, op de dag van de samenkomst, aan Jahwe uw God gevraagd. Toen hebt gij gezegd: `Laat mij de stem van Jahwe mijn God niet meer horen, en dat grote vuur niet meer zien, anders sterf ik.'
1 Samuel 11,11 - De volgende dag verdeelde Saul het volk in drie groepen. Tijdens de laatste nachtwake drongen die het kamp van de Ammonieten binnen en sloegen op hen in, tot op het heetst van de dag. De overlevenden werden zo uiteengejaagd dat er geen twee bij elkaar bleven.
Jesaja 22,25 - Op die dag zo luidt de godsspraak van Jahwe van de legerscharen -, raakt de pin los, die vastzat in dat stevig stuk muur. Zij breekt af en valt naar beneden, en de hele last die eraan hangt, wordt verbrijzeld. Waarachtig, Jahwe heeft gesproken.
Jeremia 17,27 - Maar als gij tegen mijn woord in de sabbat niet heiligt, als ge op die dag lasten door de poorten Jeruzalem binnendraagt, dan steek Ik die poorten in brand; de burcht van Jeruzalem gaat op in vlammen, ze worden niet gedoofd.
Evangelie volgens Matteüs 20,12 - en zeiden: Dezen hier, die het laatst gekomen zijn, hebben maar één uur gewerkt en gij stelt ze gelijk met ons die de last van de dag en de brandende hitte hebben gedragen.
1 Tessalonicenzen 2,9 - Gij herinnert u toch, broeders, onze moeite en inspanning. Terwijl wij u het evangelie van God verkondigden, hebben wij dag en nacht gewerkt om maar niemand van u tot last te zijn.
Leviticus 19,7 - Op de derde dag mag men er niet meer van eten; het is besmet en komt de offeraar niet ten goede.
Rechters 3,30 - Op die dag moest Moab Israël als zijn meerdere erkennen en tachtig jaar werd het land met rust gelaten.
1 Samuel 3,2 - Op zekere dag had Eli zich te slapen gelegd op zijn gewone plaats; zijn ogen begonnen zwak te worden en hij kon niet meer zien.
1 Samuel 18,2 - Saul nam David die dag in zijn dienst en liet hem niet meer naar het ouderlijk huis teruggaan.
Evangelie volgens Matteüs 13,1 - Op zekere dag had Jezus zijn huis verlaten en zat aan de oever van het meer.
Hebreeën 4,8 - Als Jozua hen werkelijk in die rust had binnengeleid, zou God later niet meer over een andere dag gesproken hebben.
1 Makkabeeën 5,27 - ook in de overige steden van Gilead zijn er ingesloten. En er worden maatregelen getroffen om morgen de vestingen aan te vallen, in te nemen en alle joden op een en dezelfde dag om te brengen.'
Jesaja 7,23 - Op die dag zal ieder stuk grond, beplant met duizend wijnstokken en duizend zilverstukken waard, ten prooi vallen aan de distels en de doornen.
Ezechiël 40,1 - Op de tiende dag van de eerste maand van het vijfentwintigste jaar van onze ballingschap, het veertiende na de val van de stad, kwam de hand van Jahwe over mij en voerde mij weg.
Evangelie volgens Marcus 4,35 - Op diezelfde dag tegen het vallen van de avond sprak Jezus tot hen: “Laten we oversteken.”
Handelingen van de Apostelen 27,29 - Uit vrees dat we ergens op de riffen zouden lopen, lieten ze van de achtersteven vier ankers vallen, in spanning wachtend op het aanbreken van de dag.
Evangelie volgens Lucas 1,80 - Het kind groeide op en de Geest beheerste hem meer en meer. Hij verbleef in de woestijn tot de dag, waarop hij zich aan Israël in het openbaar vertoonde.
Jozua 14,9 - Op die dag heeft Mozes gezworen: Het land dat uw voet heeft betreden zal voor altijd het bezit zijn van u en uw zonen, want u bent trouw gebleven aan Jahwe, mijn God.
1 Samuel 30,17 - Van de schemering tot de avond van de volgende dag bleef David op hen inslaan. Geen Amalekiet ontkwam, behalve vierhonderd jonge mannen die op hun kamelen sprongen en ontsnapten.